Francis interviewt
Gesprek over maatschappelijke participatie door personen met een handicap
Francis Waegemans interviewt mevr. de Coster van het departement Gelijke Kansen
Francis: Hoe is maatschappelijke participatie ontstaan? En welke voordelen bestaan er van de overheid om personen met een handicap te kunnen integreren?
Mevr. de Coster: Dat is een heel brede vraag. Laten we beginnen met een stukje ‘geschiedenis’. Vanuit de overheid moeten we navolging geven aan een aantal (internationale) verdragen. Na de oorlog had je het mensenrechtenverdrag, maar na een tijd bleek dat dat verdrag niet volledig van toepassing was op een aantal mensen, o.a. op personen met een handicap. Daarom werd er in 2009 een nieuw verdrag opgesteld: een algemeen verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap. Aan het opstellen van dat verdrag namen ook personen met een handicap deel.
Het verdrag stelt vooral inclusie van personen met een handicap voorop. Vanuit het departement Gelijke Kansen gebruiken we dit verdrag als een brede koepel, van waaruit we adviezen formuleren en een beleid ontwikkelen dat mensen met een handicap helpt om beter te participeren in de samenleving. Dat beleid stellen we vervolgens voor aan de minister die verantwoordelijk is voor gelijke kansen.
Wat houdt ons beleid in? Vaak gaat het over het subsidiëren van allerlei organisaties die aan de slag willen gaan met personen met een handicap of samen met personen met een handicap, het liefst en dan vooral vanuit de idee van inclusie. Wij maken ook een regelgevend kader op i.v.m. de rechten voor personen met een handicap en om discriminatie van personen met een handicap tegen te gaan. Regelmatig doen we ook onderzoek naar de maatschappelijke positie en participatie van personen met een handicap. Als wij specifieke noden tegenkomen rond personen met een handicap, proberen we daar ook gericht onderzoek rond op te zetten. Een voorbeeld hiervan is hoe mensen met een handicap die slachtofffer zijn van bepaalde vormen van geweld, beter kunnen geholpen worden.
Daarnaast proberen we ook preventief en sensibiliserend werk te doen. Zo hebben wij een tijdje terug een campagne gedaan die de inclusie van kinderen en jongeren met een handicap in de opvang en in jeugdverenigingen wil aanmoedigen.
Vanzelfsprekend zitten er ook heel wat bevoegdheden bij onze collega’s van andere beleidsdomeinen. Dat betekent dat we vaak rond de tafel moeten gaan zitten om samen beleid te maken (met o.a. partners als onderwijs en welzijn, het VAPH,..)
Francis: Hoe moeten de voordelen worden aangevraagd bij de overheid om gebruik te maken van de participatiemaatregelen voor personen met een verstandelijke handicap?
Mevrouw de Coster: Vanuit Gelijke Kansen geven we geen individuele financiering, maar wel projectfinanciering. Stel dat een organisatie tools wil uitwerken voor de werkvloer om meer werknemers met autisme te kunnen aanwerven, dan helpen wij hen met projectfinanciering. Voor individuele subsidies, bijvoorbeeld rond zorgondersteuning, moet je bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) zijn.
Francis: Kan de overheid respectvol omgaan met privacy regels bij het maatschappelijk participeren van mensen met een verstandelijke handicap?
Mevr. de Coster: Wij doen zeker en vast ons best om de ingewikkelde GDPR (general Data Protection regulation)-regelgeving strikt op te volgen, en veilig om te springen met verzamelde data.
Francis: Geeft de overheid voldoende waardering aan mensen met een verstandelijke handicap, die zich goed maatschappelijk geïntegreerd hebben in de hedendaagse samenleving?
Mevr. de Coster: Ik denk het niet. Mensen met een handicap hebben al een lange strijd gevoerd i.v.m. de toegankelijkheid van publieke ruimtes. Van deze verwezenlijkingen geniet ook een grote groep mensen die geen handicap hebben. Zo zijn toiletten die toegankelijk zijn voor personen met een rolstoel ook zeer handig voor gezinnen met kleine kinderen, of voor oudere mensen. Zij genieten mee van deze verwezenlijking van mensen met een handicap.
Francis: Is er begeleiding voorzien door de overheid zodat mensen met een verstandelijk handicap goed kunnen participeren tijdens hun maatschappelijk groeiproces?
Mevr. de Coster: Dat hangt ook weer van het beleidsdomein af. Vanuit Gelijke Kansen voorzien we bv. een kader rond redelijke aanpassingen die je kan vragen als persoon met een handicap voor je werkplek of school. D.w.z. dat personen met een handicap kunnen aangeven aan hun werkgever of school wat ze nodig hebben voor hun werkplek of schoolomgeving. Op die manier ontstaat er een proces van begeleiding om binnen een onderwijs- of werkcontext een aantal drempels weg te nemen voor personen met een handicap. Maar ook op dat vlak kan nog heel wat werk verricht worden.
Vanuit het VHPA zijn er ook heel wat mogelijkheden voorzien voor ondersteuning in een werk- en schoolcontext.
Francis: Welke initiatieven worden uitgewerkt door de overheid zodat mensen met een verstandelijke handicap goed kunnen participeren?
Mevrouw de Coster: Vanuit Gelijke Kansen hebben we NOZO helpen oprichten. NOZO (Niet Over ons, niet Zonder Ons) is een adviesraad waarin organisaties voor personen met een handicap zitten, en waaraan advies gevraagd moet worden vanuit de verschillende beleidsdomeinen. Dit is een manier om samen te werken en personen met een handicap een stem te geven in beleidsprocessen.
Als er projecten bij ons worden ingediend, zullen we personen met een handicap altijd stimuleren om actief deel te nemen aan het project.
Francis: Zijn er maatregelen voorzien op gewestelijk en federaal gebied voor personen met een verstandelijke handicap die maatschappelijk participeren?
Mevrouw de Coster: Je hebt de verschillende niveaus van bevoegdheden. Ik kan alleen vanuit de ervaring van het Vlaams gewest spreken. Federaal liggen de bevoegdheden anders.
Wat we momenteel voorbereiden is een constructieve dialoog van het VN-verdrag handicap dat deze zomer in Geneve zal doorgaan. In deze dialoog zullen we aangeven hoe we ons in België, en dus ook in het Vlaams gewest, inzetten voor inclusie voor personen met een (verstandelijke) handicap.
Francis: Kunnen mensen met een verstandelijke handicap sterker worden in het groeiproces in maatschappelijke participatie dat door de overheid wordt voorzien?
Mevr. de Coster: Ik denk dat zeker wel. Ik denk dat het belangrijk is dat zij van zich laten horen, en zich blijvend engageren om meer stappen naar inclusie te zetten. Anderzijds kan de overheid nog meer betrokkenheid tonen bij mensen met een handicap door naar hen te luisteren en door samen gericht stappen te zetten. Het moet van beide kanten komen.
Francis: Zijn er structurele vormingen voor mensen met een verstandelijke handicap die maatschappelijk participeren in deze sociale samenleving?
Mevr. de Coster: Ik weet niet of er specifieke vormingen gegeven worden daar heb ik geen zicht op. Dat zit misschien ook binnen werk of onderwijs.